'Gezicht op Delft' (1660-1661) Johannes Vermeer, Stichting Dampromotie is opgericht in Delft


Schaken & Dammen

Henk de Witt, Voorzitter Dampromotie, 31 oktober 2019

 

Naar aanleiding van het publiek gaan van onze website ontving ik een verrassende email van Eric van ’t Hof.

Ik citeer : ‘Ik ben 52 jaar, maar tot 5 maanden geleden had ik nooit gedamd. Wel heb ik daarvoor ruim 40 jaar zeer intensief geschaakt. Maar de laatste jaren heb ik last van een soort "schaakmoeheid". Ook bij veel van mijn schaakvrienden in de leeftijd 40 - 50 jaar zie ik hetzelfde verschijnsel. Sommigen stoppen om die reden met schaken. Op een of andere manier ben ik, samen met een paar schaakvrienden, aan het begin van de zomer in aanraking gekomen met het damspel. Wij zijn hier zeer enthousiast over geworden. Inmiddels ben ik lid geworden van twee damclubs.’

Om twee redenen is dit verrassend. Schaken heeft momenteel een aanzienlijk hogere status dan dammen. De schaakbond heeft ongeveer vijf keer zoveel leden dan de dambond. Op 23 februari 2018 schreef Jean-Pierre Geelen in zijn (toen) rubriek als Ombudsman van de Volkskrant:

‘Beeldspraken en vergelijkingen zijn doorgaans ontleend aan het schaken, zelden aan dammen of bridge. Schaken staat voor 'intellectueel', dammen is een 'kinderspel'.’

Ooit zat ik in Parthenay met enkele Franse damvrienden in een nachtclub. Om zes uur ’s ochtends viel er niet veel meer te beleven en kwam het zakdambordje op tafel. Een beetje chagrijnige jonge serveerster, die waarschijnlijk hevig naar haar bed verlangde, beet ons toe waarom wij ons als volwassen mannen onledig hielden met een kinderspelletje. Waarom we ons niet bezig hielden met een serieus spel als schaken.
Philippe Jeanneret, nog steeds actief als enthousiast dampromotor, liep haar achterna met het zakdambordje. Aanvankelijk keurde het meisje het bordje geen blik waardig, maar Philippe hield aan. Hij liet haar de Coup Raphaël zien. Met succes! Het gezicht van de serveerster klaarde op. Ze had niet vermoed dat dammen zo diepzinnig was.
Discussies over dammen & schaken gingen vaak over de vraag welk spel moeilijker was. Als liefhebber van zowel dammen als schaken heb ik dit altijd een onzinnige discussie gevonden. Beide zijn prachtige, diepzinnige denksporten/spelen. Er zijn wel verschillen. Esthetisch gezien kunnen de platte, eenvormige damschijven niet concurreren met schaakstukken. Door de beperkte reikwijdte van een damschijf duurt het langer voor een dampartij ontbrandt. Maar op één onderdeel is het damspel verreweg superieur aan het schaakspel: de combinatie. Het verplichte slaan en de meerslagregel (bij keuze tussen verschillende slagen dient men altijd de slag met de meeste stukken te nemen) zorgen voor een ongeëvenaarde rijkdom aan combinaties. Het spel was dan ook eeuwenlang niet alleen zeer populair, maar stond ook hoog in aanzien. Dat het nu in de beeldvorming veelal de status van kinderspel (of oudemannenspel!) heeft gekregen mag de dambond zich ernstig aanrekenen. Te lang is vastgehouden aan tradities die niet meer van deze tijd zijn. Lethargie in de damwereld is alom aanwezig. Een mentaliteit van ‘Het is nu eenmaal zo, er is niets aan te doen.’

Er zijn nogal wat sterke dammers die ook schaken. Zoals de Schiedamse damgrootmeester en veelvoudig denksportkampioen van Nederland Ron Heusdens. Of onze levende legende Ton Sijbrands nog schaakt is mij niet bekend, hij heeft wel bij een vereniging geschaakt.

Uit het verhaal van Eric van ’t Hof blijkt dat schakers ook kunnen overstappen naar het dammen. En dat in een tijd waarin zich vrijwel nooit een nieuw lid op volwassen leeftijd meldt bij een damclub. Er is hoop.